Datum: 21 augustus 2019 Auteur: Morgenster
Waarschijnlijk vonden de werklui het zelf zonde om hem weg te gooien. Zo mooi ligt de kast op de met puin beladen stortbak uitgestald. Nauwelijks kan je zien dat het een vitrinekast is, want de ruitjes gaan verschuild achter een dikke laag roet.
Hoe krijg ik die kast in vredesnaam thuis? Dit is al de tweede keer deze week dat ik een meubel vanwege zijn omvang niet meenemen kan. Dat laat ik niet weer gebeuren. Op de fiets kijk ik om me heen of ik ergens een vrachtbusje spot van Bulgaren op zoek naar oud ijzer. Op dit tijdstip rijden er altijd wel een paar rond.
Bij de Rijnstraat zie ik er eindelijk eentje. Na de nodige capriolen weet ik de auto halt te houden. Als het raampje wordt opengedraaid, zie ik een bekend gezicht. Een paar weken geleden nog heb ik hem getipt op een ijskast die een paar straten verder stond.
Gelukkig spreekt hij redelijk Nederlands. Ik bied hem 50 euro aan als hij me helpt de kast op te halen, wat hij graag accepteert. De spoeling is toch dun vandaag, zijn auto is nog leeg.
Ik zet mijn fiets op slot en stap in. Als we op de Minervalaan aankomen, bekijkt net een andere fietser de kast. Maar aarzelend druipt hij af, waarschijnlijk kampend met hetzelfde probleem.
De kast is niet erg zwaar en zonder veel moeite vervoeren we hem naar mijn huis in Amsterdam-Oost. ‘Dat is een dure kast’, zegt de Bulgaar toch wel een tikje jaloers. ‘Ik weet wel wat van antiek, ik kijk er vaak naar op internet. Voor hoeveel ga je hem verkopen?’
Ik zeg dat ik hem waarschijnlijk zelf houd. Als de kast in de voorkamer staat, zien we pas hoe vies hij is. Daar ben ik nog wel een dagje mee bezig. Lachend bekijken we onze vingers, zwart van het roet.
Terug naar mijn fiets. In de auto geeft zijn vrouw ons tissues om onze handen schoon te maken.
Ik heb snel vrienden gemaakt. Als hij me afzet, schudden we handen. Hij zegt: ‘Volgende keer als we elkaar zien, gaan we koffie drinken en wat babbelen.’