Datum: 16 september 2017 Auteur: Morgenster
Vier handbeschilderde poeder- en sieradenblikjes, doosjes met opmaakspullen, een tiental hoornen en ijzeren brilletjes, met en zonder glazen, medailles (een Franse van het Legioen van Eer), en valse snorren. En nog veel meer. En dat alles in een houten schminkkoffertje met daarop de blinkende met klinknagels geschreven letters A.F. De voorletters van Alexander Faassen junior, een veel te jong gestorven acteur van rond 1900.
Alexander Faassen junior (5 oktober 1873, Rotterdam - 29 september 1911, Amsterdam) stamde uit een beroemd toneelspelersgeslacht. Zijn vader was Alexander Faassen senior en zijn oom Rosier Faassen, beiden grote sterren in de tweede helft van de 19e eeuw.
Via engagementen bij Alexander Zaalborn en Chris de la Mar kwam Alexander Faassen junior terecht bij de Nederlandsche Tooneelvereeniging, waar de acteur één van de pioniers werd van het naturalisme, vooral in het werk van de bekende toneelschrijver Herman Heijermans. Onder meer als Barend in Op hoop van Zegen en als Rafaël in Ghetto, een rol die hij meer dan 500 keer heeft gespeeld. Tweehonderd en meer avonden non-stop achter elkaar, dan hier dan weer daar, heel gebruikelijk in die tijd...